Dr. Walter Mees (°1904-†1953)
Dokter Walter Mees, dokter der armen
In
1957
stond
het
dorp
Hingene
in
het
teken
van
een
bijzondere
herdenking
.
Het
dorp
bracht
een
eerbetoon
aan
Dr.
Walter
Mees
(°1904-†1953),
beter
bekend
als
de
"
dokter
der
armen
".
Hij
had
tijdens
zijn
leven
een
diepgaande
indruk
achtergelaten
op
de
gemeenschap
door
zijn
onvoorwaardelijke
toewijding
aan
de
zorg
voor
de
minst
bedeelden.
Deze
herdenking
was
niet
alleen
een
eerbetoon
aan
een
geliefde
arts,
maar ook een erkenning van zijn
uitzonderlijke humanitaire werk
.
De
herdenking
begon
met
een
plechtige
jubelmis,
geleid
door
pastoor
Loos
(°1891-†1964)
en
opgeluisterd
door
het
meerstemmige
Sint-Stefanuskoor
.
De
toespraak
van
Prof.
C.
Van
Geste
l
(°1899-†1978),
die
Dr.
Mees
schetste
als
een
moderne
barmhartige
Samaritaan
,
raakte
velen
diep.
Zijn
woorden
benadrukten
het altruïsme en de medemenselijkheid van de dokter, en bij menige aanwezige werden tranen weggepinkt.
Na
de
mis
vond
een
indrukwekkende
optocht
plaats.
Deze
begon
met
de
muziekkapel
van
Chirogroep
Jongensstad
uit
Schoten
aan
kop,
gevolgd
door
de
scholen,
organisaties
en
verenigingen
van
de
gemeente.
De
Koninklijke
Harmonie
‘
De
Vlaamse
Jongens
’
begeleidde
de
stoet,
die
werd
afgesloten
door
personaliteiten,
vrienden
en
bewonderaars
van
Dr.
Mees.
Samen
trokken
zij
naar
het
geboortehuis
van
de
dokter
, gelegen aan de
Frans Van Haelenstraat
(nu
nummer 25
).
Tijdens
de
herdenkingsplechtigheid
voor
Dr.
Walter
Mees
,
voerde
Maurice
Claesen
(°1904-†1991)
het
woord
en
benadrukte
in
zijn
toespraak
de
trots
van
de
gemeenschap.
Hij
sprak
over
hoe
bevoorrecht
de
inwoners
van
Hingene
zich
voelden
om
iemand als
Dr. Mees
als medeburger en parochiaan te hebben gekend.
Claesen
onderstreepte
dat
Dr.
Mees
veel
meer
was
dan
enkel
een
dokter;
hij
was
een
man
van
grote
menselijkheid
en
onvoorwaardelijke
toewijding.
Hij
stelde
dat
de
herinnering
aan
Mees
een
bron
van
fierheid
was
voor
de
lokale
bevolking,
omdat
ze
het
voorrecht
hadden
gehad
om
zo'n uitzonderlijk persoon in hun midden te hebben.
Deze
trots
werd
niet
alleen
gevoeld
vanwege
zijn
professionele
prestaties,
maar
vooral
door
zijn
roeping
om
de
armen
en
hulpbehoevenden
zonder
enige
terughoudendheid
te
helpen.
Dr.
Mees
had
zichzelf
op
zo'n
manier
onderscheiden
dat
hij,
zelfs
na
zijn
dood,
in
het
geheugen
van
de
mensen
was
blijven
leven
als
een
toonbeeld
van
medemenselijkheid
en
barmhartigheid
.
Claesens'
woorden
vormden
een
eerbetoon
aan
deze
nalatenschap
en
maakten
duidelijk
dat
de
gemeenschap,
in
het
vieren
van
Dr.
Mees
,
ook
hun
eigen
identiteit
als
zorgzame
en
hechte
gemeenschap omarmde.
Door
zijn
toespraak
onderstreepte
Claesen
dat
de
naam
van
Dr.
Mees
voor
altijd
verbonden
zal
blijven
met
de
waardes
van
solidariteit
en
toewijding die hij zijn leven lang belichaamde.
Integrale toespraak van Maurice Claesen uit 1957
“Het
is
voor
mij
’n
grote
eer,
tevens
’n
groot
genoegen,
op
dit
ogenblik
van
piëteitsvol
herdenken,
enkele
woorden
te
mogen
wijden
aan
de
nagedachtenis
van
iemand
die
door
àl
die
hem
hebben
gekend,
met
hem
hebben
gestudeerd,
beroep
deden
op
zijn
wetenschapskennis
en
ondervinding,
zelfs
door
diegenen
die
niet
zó
nauw
met
hem
in
contact
zijn
geweest,
geprezen
werd
en
geëerd
toen
hij
nog
levende
was
en
die
ook
nu
nog,
drie
jaren
na
zijn
té
vroeg
verscheiden, wordt gehuldigd door groot en klein, door jong en oud, door rijk en arm, door wetenschapsmensen en door ongeletterden.
Wij,
Hingenaren,
moeten
er
fier
op
gaan
en
er
ons
om
verheugen
dat
zulk
’n
mens
hier
in
dit
huis
geboren
werd
en
opgevoed;
fier
vooral
omdat
uit
dat
kind,
uit die student gegroeid is, de schone, eenvoudige maar zó edele figuur van Dr. WALTER MEES, zaliger gedachtenis !
We hebben hem gekend – wij parochianen van Hingene – als de levenslustige opgeruimde altijd welgezinde knaap, drager van ’n onverwoestbaar optimisme,
de
knaap
die
z’n
hart
op
z’n
handen
droeg,
die
liet
lezen
in
z’n
gemoed
als
in
’n
open
boek;
de
knaap
die
’n
aanmoedigend
en
troostend
woord
vond
voor
iedereen
bij
elke
moeilijke
situatie,
die
opbeuring
en
zalvend
wist
te
geven
overals
waar
hij
moedeloosheid
of
verslagenheid
ontmoette;
de
knaap
die,
met
z’n
ingeboren
schranderheid,
raden
kon
waar
er
geholpen
moest
en
zijn
hulp
en
steun
dan
ook
weggaf
met
’n
dienstbaarheid
die
spreekwoordelijk
te
noemen
was !
Met
U,
Walter
–
want
voor
ons,
Uw
school-en
jeugdmakkers
zijt
ge
nog
altijd
“Walter”
gebleven
zonder
meer
!
–
Met
U
hebben
we
zoveel
winteravonden
doorgebracht in dit huis, met U hebben we geravot doorheen het heetgeblaakte zand van ons zonovergoten koutervelden !
En
nog
steeds
vinden
ons
ogen
Uw
voetsporen
terug
in
ons
oude
kasteelfreef,
in
ons
Mansbroeck,
en
ons
Schelland,
nóg
klinkt
in
ins
oor
de
blije
klank
van
Uw
heldere
sopranostem
die
zó
vaak
ook
wegdeinde
over
’n
machtige
schelde,
die
zacht
voortvloeide
tussen
oevers
van
groenfluweel
bestikt
met
madelieven,
We
hebben
U
gekend
als
de
knappe
humaniora-
en
hogeschoolstudent,
de
student
met
het
haast-fenomenaal
geheugen,
maar
ook
de
student
die
studeerde,
die
z’n
leerstof
meester
kon
en
meester
was,
die
iets
wilde
worden
in
dit
leven,
iets
waarin
vooral
de
dienden
liefde
die
U
ingeboren
was,
zou
kunnen gedijen en openbloeiën tot de volledige gave van U zelve, tot het weggeven van U-zelf aan uw behoeftige lijdende medemensen.
Alsog
het
gisteren
gebeurde,
zi
‘k
ons
nog
in
het
kleine
bureelkamertje
van
dit
huis,
toen
U
me
toevertrouwde
“ofwel
word
ik
priester
ofwel
geneesheer;
één
van die twee, er is zóveel miserie in de wereld, Maurice”, Priester – geneesheer ! Twee idealen, één ideaal liever ! – dienen, helpen, genezen !
Het werd Uw roeping: GENEZEN: het lichaam van de mens, en langs het lichaam gebeurlijk ook de ziel !
Uw
werkterrein
?
….
Niet;
de
grootstad,
waar
de
wetenschapsmensen
het
zich
doorgaans
gemakkelijk
kunnen
maken:
ook
niet
’n
leraarsstoel
die
doorgaans
’n
beletsel
is
voor
volledige
verwezenlijking
of
beleving
van
’n
ideaal
zoals
het
Uwe;
maar
wel
de
nijverheidsgemeente
met
de
zwarte
fabrieksschouwen,
met
de
monotoon-
lange
rijden
stapelhutten
van
de
steenfabrieken,
waartussen
mensen
wonen,
doodarme
mensen,
wie
het
leven
zeer
weinig
zon
maar
veel
somberheid gaf, zeer weinig voorspoed, maar zeer veel mizerie !
Daar
wachten
lichamelijke
vooral,
maar
ook
zedelijke
noden
op
’n
mens
met
’n
groot
hart,
’n
mens
met
begrijpend
medevoelen,
’n
mens
die
zich
geheel
zou
geven,
’n
mens
met
’n
apostelziel
en
’n
missionarishart.
Dààr
wachtten
U
de
zieke
lichamen,
vaak
veroordeelde
en
in-de-steek-gelaten
levens
die
van
U
genezing
verhoopten;
daar
leefden
de
zieke
zielen,
neergesmakt
door
stoffelijke
mizerie
en
bekneld
in
’n
pantser
van
koude
onverschilligheid
of
ondergedompeld in ’n zwarte nacht van levenshaat.
Alléén
’n
mens
als
U,
DR
MEES,
’n
mens
met
Uw
hart
en
Uw
ziek
en
Uw
overtuiging
kon
daar
veel
redden
van
wat
verloren
was,
en
U
hebt
het
gedaan
!
Uw
eerste
daad
als
geneesheer
te
NIEL
was
’n
daad
van
apostolaat,
en
gans
de
uitoefening
van
Uw
geneeskundige-praktijk
is
apostolaat
geworden
van
het
begin
tot het einde !
Wij, wij leken, makkers en parochianen, wij weten dat àl die jaren, zóveel mensen bij U genezing kwamen zoeken voor hun lichaam en genezing vonden.
Wij
weten
dat
in
zovele
hopeloze
harten
gij
de
hoop
op
genezing
hebt
doen
herleven
en
die
hoop
wist
te
voeden
en
levendig
te
houden
ook
wanneer
genezing,
ondanks
alles,
uitbleef,
wij
weten
dat
in
zeer
vele
schamele
gelagenhuisjes
Uw
komst
verbeid
werd,
dat
na
dag,
als
de
komst
van
de
heilbrenger,
van
de
heelmeester,
van
de
toegewijde
en
liefdevolle
verzorger;
vaders
en
moeders
hebben
in
uren
van
overstelpende
kommer,
gesmakt
naar
het
verschijnen
van
Uw
rijzige
minzame
gestalte
op
de
drempel
van
hun
woon;
kinderogen
hebben
naar
U
opgekeken
als
naar
’n
wonderdoener,
want
in
Uw
ogen toch vonden ze niets anders dan goedheid en vertrouwen en liefde.
Maar
God
alléén
weet;
hoeveel
zieken
door
Uw
voorbeeld,
door
Uw
opbeurend
en
sterkend
woord
–
en
in
dat
moment
was
toch
ieder
woord
uit
Uw
mond
’n
kruimel
van
Uw
diep-goedsdienstige
overtuiging
!
door
Uw
wijze
raad
of
door
’n
kleine
daad
van
dienstbetoon,
soms
losgemaakt
werden
uit
het
dwangbuis
van
hun
onverschilligheid,
de
nevel
van
hun
levensmoeheid
voelden
opgelost
in
de
warme
uitstraling
van
Uw
dienende
liefde
en
eenvoudige
goedmenselijkheid
en
in
hun
hart
voelden
herboren
worden
de
liefde
voor
het
leven,
de
liefde
voor
wat
schoon
en
goed
is,
de
liefde
voor
de
meester-van-
leden en dood en geloof in Hem en betrouwen !
Dàt
was,
waarde
Dorpsgenoten,
de
dokter
–
onze
Dokter
–
Walter
Mees,
zaliger
gedachtenis,
de
onbaatzuchtige,
nederige,
de
eenvoudige,
goede
mens;
dàt
was
de
geneesheer-apostel
die,
met
Gods
hulp,
gezondheid
gaf
aan
zieke
lichamen
en
gezondheid
ook
aan
zieke
zielen:
dat
was
de
mens
voor
wien
het
eenvoudigste
“Merci
Meneer
Doktoor”
van
‘
oud
moederke
uit
de
krotwoning
veel
meer
betekende
dan
’n
handvol
geld:
de
mens
voor
wien
de
dankbare
zonnelach van ’n genezen kind veel méér betekende dan ’n invitatie op ’n royaal diner !
De
zekerheid,
steun
en
moed,
hulp
en
leniging
te
hebben
gebracht
aan
lijdende
mensen
was
de
schoonste
beloning
en
bekroning
voor
Uw
onophoudelijk
pogen
en
werken
om
de
kranke
mensheid
ter
hulp
te
komen
in
al
haar
noden,
Want
!
Uw
eenvoudig,
kinderlijk
–
oprecht
en
ingoed
–
hart,
Dr
Mees,
hield
niet van ijdele lofbetuigingen of wereldse roem en eerbewijs; geven: was Uw ideaal ! Liefhebben, was Uw geluk § Dienen – Uw roeping !
Niet
alléén
in
de
nijverheidsgemeente,
maar
ook
hier
hebben
wij
tastbaar
mogen
voelen
de
heilzame
inwerking
van
Uw
uitgebreide
en
alomgewaardeerde
geneeskundige
bekwaamheid
–
en
ondervinding;
ook
wij
hebben
het
geluk
gehad
aan
te
voelen
dat
de
banden
van
gehechtheid
die
U
vasthielden
aan
Uw
geboortedorp,
steeds
even
hecht
bleven;
aan
te
voelen
dat
Uw
dienstbaarheid,
Uw
ingeboren
behoefte
om
te
helpen
met
raad
en
daad,
Uw
toewijdingsvolle
zorg
en
liefde
voor
de
evenmens,
immer
even
groot
en
sterk
bleven
en
dat
het
U
telkens
gelukkig
maakte
“één
van
Uw
streek”
te
hebben
geholpen,
opgebeurd,
genezen,
zelfs
dàn
nog
toen
U
er
klaar
van
bewust
waart
dat
de
kwaal,
die
jarenlang
Uw
gezondheid
ondermijnde,
uiteindelijk
haar
slag
zou
thuis halen !
Het
moet
wek
zijn,
-
het
kan
niet
anders§
-
of
in
die
cruciale
momenten
van
Uw
leven,
gaf
de
opperste
Heelmeester
aan
U,
z’n
trouwe
medearbeider,
de
bovennatuurlijke
kracht
om
Uw
eigen
lijden
te
kunnen
vergeten,
om
U
zelfé
ook
dàn
nog
te
kunnen
weggeven
aan
Uw
lijdende
broeders
en
zusters
–
in
Christus, om ook dàn nog levenslust en moed en hoop te kunnen inspreken, wijl er normaal voor U geen spraak meer kon zijn van dit alles.
Toen
Uw
stoffelijk
overschot
z’n
laatste
tocht
aanving
doorheen
de
straten
van
wat
Uw
werkgebied
was
bliezen
klaroenen
“The
Last
Post”
voor
de
trouwe
strijder-Christi die kampte z’n leven lang en wel in de vuurlijn van het lekenapostolaat.
Uw
uitvaart
was
geen
manifestatie
van
hopeloze
verslagenheid:
ze
was
’n
triomftocht
!
De
vaderonzen
en
weesgegroeten
van
honderden
behoeftigen
en
lijdende
hebben
U
binnengedragen
in
de
eeuwige
gelukzaligheid,
waar
Uw
grote
zelfverloocheningen
en
offerende
naastenliefde,
ongetwijfeld
haar
beloning
en
bekroning
heeft
gevonden
in
’t
eeuwige
samenzijn
met
“De”
Liefde,
met
de
God
van
Uw
kinderjaren
die
ook
de
God
was
en
bleef
van
Uw
edel
en
schoon
geneesheer zijn !
Mogen
alle
Hingenaren,
zonder
uitzondering,
Uw
gedachtenis
blijven
eren
en
moge
de
gedenksteen
in
de
geven
van
dit
huis,
het
zeggen
tot
ieder
dit
hier
langs
komt
:”Hier
werd
geboren
en
hier
leefde,
midden
ons,
’n
rechtvaardige,
die
’n
goed
en
edel
mens
was,
’n
mens
zoals
er
té
weinig
zijn
in
Vlaanderen,
’n
plichtbewust
diep-kristen
vlaming,
’n
geneesheer
die
al
de
liefde
en
al
de
mildheid
van
z’n
groot
hart
wegschonk
aan
de
lijdenden,
aan
de
armsten
onder
de
armen, en die z’n geneesherentaak omwerkte tot ’n heerlijk apostolaat van dienden liefde”.
Weer
eens
nemen
we
afscheid
van
U,
Dr
Walter
Mees,
maar
meer
en
beter
dan
bloemen
en
woorden
het
kunnen
zeggen,
blijft
Uw
naam,
onuitwisbaar
gegrift
in
het
hart
van
ons
allemaal
!
Opdat
Uw
heerlijk
voorbeeld
van
onbaatzuchtige
naastenliefde
en
zelfopoffering
moge
voortleven
in
ons
hart
en
ons
’n
lichtbake
zijn;
Opdat
wijzelf
en
de
komende
geslachten
het
steeds
gedenken
mogen
en
herdenken
dat
in
dit
huis
werd
geboren
Dr
Walter
Mees,
de
“Dokter
der
armen”,
verzoek
ik
U
eerbiedig,
Heer
burgemeester,
de
gedenksteen
te
willen
onthullen
en
hem
te
stellen
onder
de
bescherming
van
het
gemeentebestuur, de naam en de gedachtenis ter eere van wijlen onze oud-parochiaan Dr Walter Mees.”
Tijdens
de
herdenkingsplechtigheid
voor
Dr.
Walter
Mees
in
Hingene,
nam
burgemeester
Willem
Van
Kerckhoven
(°1889-†1972)
een
belangrijk
moment
voor
zijn
rekening
door
het
onthullen
van
een
gedenksteen
ter
ere
van
de
geliefde
"
dokter
der
armen
".
Dit
werd
gevolgd
door
een
wijdingsplechtigheid
,
verzorgd
door
Z.E.H.
pastoor
Lodewijk
Loos
(°1891-†1964).
Na
deze
ceremonie
trok
de
optocht,
begeleid
door
muziek
en de harmonie, verder naar het
gemeentehuis
voor een
academische zitting
.
De
zitting,
geleid
door
Karel
Segers
(°1914-†1983),
gemeentesecretaris
en
ondervoorzitter
van
het
herdenkingscomité
,
bood
verschillende
prominente
sprekers
de
gelegenheid
om
het
leven
van
Dr.
Mees
in
het
zonnetje
te
zetten.
Dhr.
Marcel
Lambin
(°1898-†1977),
directeur-generaal
van
het
Rode
Kruis
,
en
Prof.
Dr.
Arts
als
feestredenaar,
gaven
beiden
een
levendige
schets
van
Dr.
Mees
als
een
man
van
onuitputtelijke
toewijding
aan
de
armen.
Mgr.
Arthur
Janssens
(°1886-†1979)
vertegenwoordigde
het
Davidsfonds
en
gaf
eveneens
eerbetoon,
terwijl
senator
Jan Frans Renaat Van Bulck
(°1908-†1972) het woord voerde namens de
Rupelstreek
.
De
sprekers
benadrukten
Dr.
Mees
'
onzelfzuchtige
inzet
voor
de
hulpbehoevenden
in
de
regio.
Ze
benadrukten
zijn
unieke
positie
als
dokter
die
zowel
met
zijn
medische
kennis
als
met
zijn
medemenselijkheid
de
levens
van
velen
had
veranderd.
Dr.
Mees
werd
meer
dan
eens
omschreven
als een ware
barmhartige Samaritaan
, wiens nalatenschap een inspiratie bleef voor de gemeenschap.
Aan
het
einde
van
de
academische
zitting
vond
een
symbolisch
moment
plaats:
de
aanwezigen
tekenden
het
gulden
boek
van
de
gemeente
Hingene
, waarmee de herinnering aan
Dr. Mees
officieel in de gemeentelijke annalen werd vastgelegd.
De
ceremonie
kreeg
zelfs
nationale
aandacht,
want
de
Belgische
omroeporganisatie
NIR
(
Nationaal
Instituut
voor
de
Radio-Omroep
)
was
aanwezig
om
de
gebeurtenis
vast
te
leggen.
Zij
zouden
de
plechtigheid
op
4
mei
1957
in
het
programma
‘
Panorama
’
uitzenden,
zodat
ook
een
breder
publiek
kennis
kon
nemen
van
de
indrukwekkende
erfenis
van
Dr.
Walter
Mees
.
De
politie
speelde
bovendien
een
essentiële
rol
in
de
vlotte organisatie van het verkeer tijdens de drukbezochte plechtigheid.
Grafmonument onthuld voor Dokter Walter Mees te Niel
Op
zondag
30
september
1962
werd
op
het
kerkhof
van
Niel
,
in
het
hart
van
de
Rupelstreek
,
een
fraai
grafmonument
onthuld
ter
nagedachtenis
aan
dokter
Walter
Mees
.
Het
monument
is
een
modern,
smaakvol
beeldhouwwerk
,
voorstellend
de
Barmhartige
Samaritaan,
gebeeldhouwd
in
witte
steen
door
de
talentvolle
Brusselse
beeldhouwer
Eduard
Nootens
(°1899-†1977).
In
dit
beeld,
waarin
men
een
dokter
herkent
die
een
gewonde
verzorgt,
zien
we
de
verpersoonlijking
van
de
levensroeping
van
dokter
Mees
.
Het
beeld
werd
door
de
bevolking
van
de
Rupelstreek,
via
een
speciaal
opgericht
herdenkingscomité
,
aangeboden
en
tijdens
een
ingetogen,
maar
diep
doorvoelde
plechtigheid
op
het
graf
van
de
in
1953
overleden
dokter
geplaatst.
Acht
jaar
na
zijn
overlijden
wordt
hij
nog
steeds
in
stilte
geëerd
door
vele
eenvoudige
mensen
uit
Niel
,
Schelle
,
Aartselaar
,
Boom
en
Hingene
,
die
hem
beschouwen
als
een
bijna
heilige figuur.
Dokter
Walter
Mees
,
geboren
te
Hingene
,
was
niet
zomaar
een
man;
hij
was
een
uitzonderlijk,
ja
zelfs
legendarisch
persoon
.
Hij
bracht
zijn
jeugd
door
in
Hingene,
tot
hij
zich
later
in
Niel
vestigde.
Hij
was
een
arts
die
evenzeer
werkte
met
zijn
hart
als
met
zijn
stethoscoop,
een
dokter
zoals
men
die
vroeger
vaker
tegenkwam,
maar
tegenwoordig
zeldzaam
is
als
een
naald
in
een
hooiberg.
Voor
hem
was
de
geneeskunde
geen
beroep,
maar
een
roeping
,
een
ambt
dat
hij
tot
in
het
uiterste
uitoefende.
Tijdens
zijn
leven
werd
hij
door
de
bewoners
van
de
Rupelstreek
liefkozend
"
de
dokter
der
armen
"
genoemd,
een
eretitel
die
aan
niemand
beter
had
kunnen
toekomen.
Hoewel
er
regelmatig
grafmonumenten
worden
onthuld,
vinden
wij
het
in
dit
geval
bijzonder
belangrijk
om
de
man
achter
dit
monument
te
herdenken.
Dokter
Mees
verdient
postuum
een
veel
bredere
bekendheid
dan
hem
tot
nu
toe
buiten
de
Rupelstreek
ten
deel
is
gevallen.
In
onze
nuchtere
en
berekenende
wereld
lijkt
een
figuur
als
dokter
Mees
bijna
anachronistisch,
maar
juist
daardoor
biedt
hij
een
inspirerend
voorbeeld,
een
lichtend
baken
dat
velen
kan
doen
nadenken
en
enkelen
misschien
kan aanzetten tot navolging.
Roeping in het "Hellegat"
Dat
dokter
Walter
Mees
een
onvervalst
idealist
was,
is
duidelijk.
Al
tijdens
zijn
studententijd
legde
hij
schitterende
examens
af,
gedreven
door
een
brandend
idealisme.
Aanvankelijk
koesterde
de
jonge
dokter
het
plan
om
naar
Kongo
te
trekken,
waar
hij
een
tweede
dokter
Albert
Schweitzer
(°1875-†1965)
had
kunnen
worden.
Verschillende
omstandigheden
verhinderden
echter
de
uitvoering
van
dit
plan,
waardoor
hij
zich
in
1928
, op 24-jarige leeftijd, in
Niel vestigde
om er een
praktijk als huisarts
te beginnen.
De
Rupelstreek
,
en
in
het
bijzonder
de
steenbakkerswijk
"
Hellegat
",
waar
schrijnende
armoede
en
ellende
de
overhand
hadden,
werd
al
snel
bepalend
voor
het
verdere
verloop
van
zijn
leven.
In
de
zomer
hadden
de
mensen
werk,
maar
de
lonen
waren
laag
en
in
de
winter
bracht
werkloosheid
bittere
ontberingen
met
zich
mee.
Het
gebrek
aan
onderwijs
was
schrijnend;
kinderen
gingen
vaak
op
12-jarige
leeftijd
al
werken
in
het
“
Geleeg
”,
waar
de
stenen
werden
gevormd
en
gebakken.
In
deze
sombere
omstandigheden
begon
dokter
Mees
zijn
werk,
dat
al
snel
de
vorm
aannam
van
een
apostolaat.
Voor
veel
mensen
was
de
dokter
een
luxe
die
ze
zich
niet
konden
veroorloven,
maar
dokter
Mees
bracht
daar
verandering
in.
Hij
vroeg
nooit
om
betaling.
Honderden,
zo
niet
duizenden
keren
vergat
hij
zijn
honorarium
te
vragen
en
verpleegde
hij
zieken
zonder ooit naar geld te vragen.
Zijn
werkdag
begon
vaak
vroeg
en
eindigde
pas
laat
in
de
avond.
Op
zijn
vertrouwde
fiets
legde
hij
meer
dan
120
huisbezoeken
af.
Ondanks
deze
enorme
inspanning
bracht
hij
aan
het
einde
van
de
week
vaak
slechts
het
loon
van
één
dag
binnen,
tot
grote
tevredenheid
van
zijn
echtgenote,
die
zijn
idealisme
volledig
deelde.
Zij
stond
altijd
aan
zijn
zijde
en
hielp
hem
vol
te
houden
in
zijn
werk,
dat
niet
alleen
bestond
uit
het
weigeren
van betaling
, maar soms ook uit het
schenken van geld
aan hen die het nodig hadden.
Lakens en liefdevol medeleven
Velen
in
de
Rupelstreek
kunnen
urenlang
vertellen
over
de
"
dokter
der
armen
".
Een
man
vertelde:
“Hij
verpleegde
mijn
vrouw
en
toen
ik
hem
vroeg
hoeveel
ik
hem
verschuldigd
was,
zei
hij:
‘Daar
praten
we
later
wel
over,
vertel
mij
nu
eens
hoe
het
met
uw
duiven
gaat!’”
Een
ander
voegde
eraan
toe:
“Hij
gaf
mijn
dochtertje
een
injectie,
en
toen
ik
hem
geld
gaf,
duwde
hij
het
weg.
Vervolgens
haalde
hij
zijn
eigen
beurs
tevoorschijn
en
stopte
iets
in
de
spaarpot
van ons Marietje omdat ze zo flink was geweest.”
Het
zijn
dit
soort
anekdotes
die
het
beeld
schetsen
van
een
man
wiens
leven
volledig
in
het
teken
stond
van
dienstbaarheid
.
Dokter
Mees
betaalde
uit
eigen
zak
de
ziekenhuisopnames
en
operaties
van
patiënten
die
dat
niet
konden
bekostigen.
Zijn
vrouw
stond
haar
eigen
lakens
af als de patiënten er geen hadden, zelfs als dat betekende dat zij en de dokter die
nacht zonder lakens
sliepen.
Na
zijn
overlijden
in
1953
liet
dokter
Walter
Mees
een
onuitwisbare
indruk
achter
op
de
Rupelstreek.
Meer
dan
vijfduizend
mensen
betuigden
hun
medeleven
,
waaronder
hoogwaardigheidsbekleders
en
bisschoppen
,
maar
ook
talloze
eenvoudige
mensen
.
De
meest
ontroerende
betuiging kwam echter van een man die geen naamkaartje of briefpapier had en zijn
rouwbeklag
schreef
op een stukje margarinepapier
.
Dokter
Walter
Mees
heeft
in
zijn
leven
laten
zien
dat
echte
liefde
en
zorg
voor
de
medemens
geen
grenzen
kennen.
Het
grafmonument
op
het
kerkhof van Niel getuigt van de diepe waardering die de gemeenschap voor hem blijft koesteren.
Kwartierstaat stamboom van Walter Thomas Jozef Maria Mees
Grootouders langs vaderskant
Franciscus Mees
Geboren op 14 oktober 1826 te Hingene, overleden op 2 februari 1894 te Hingene.
Gehuwd op 19 september 1857 te Hingene met
Monica Virginia Van Kerckhoven
Geboren op 21 oktober 1836 te Wintam, overleden op 22 mei 1903 te Hingene.
Edmondus Mees werd geboren als het vijfde kind in een gezin van acht.
Grootouders langs moederskant
Theodorus Joos
Geboren op 8 maart 1837 te Wintam, overleden te Wintam 10 december 1902.
Gehuwd op 20 februari 1865 te Wintam met
Maria Petronella Seps
Geboren op 10 september 1837 te Wintam, overleden te Wintam op 21 oktober 1869.
Ouders
Edmondus Franciscus Mees
Geboren op 29 maart 1869 te Hingene, overleden te Hingene op 14 maart 1928.
Gemeentesecretaris te Hingene
Gehuwd op 11 mei 1897 te Hingene met
Ludovica Maria Joos
Geboren op 7 oktober 1869 te Wintam, overleden te Hingene op 3 augustus 1926.
Walter werd geboren als het tweede kind in een gezin van twee.
Maar had ook nog een stiefbroer uit het vorige huwelijk van zijn vader met Maria Mathildis Teugels (°1869-†1896)
Startpersoon
Walter Thomas Jozef Maria Mees
Geboren op 7 maart 1904 te Hingene, overleden te Niel op 22 december 1953.
Gehuwd op 27 november 1928 te Bornem met
Anna Maria Albertina Felicia Cammaert
Geboren op 9 augustus 1905 te Bornem, overleden te Niel op 24 maart 2001.
Bron(nen):
Toespraak Maurice Claesen; Jetty Segers; 1957
jefparedaens.be/kleinbrabantse_databank