Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Een beknopt overzicht van het verloop
1914: Het uitbreken van de oorlog
Op
4
augustus
1914
viel
het
Duitse
leger
België
binnen
als
onderdeel
van
een
strategisch
plan
om
eerst
Frankrijk
te
verslaan
en
vervolgens
Rusland
aan
te
vallen.
Ondanks
hevig
verzet
en
Britse
steun
werd
België
grotendeels
bezet,
waarbij
het
Duitse
leger
zich
schuldig
maakte
aan
gewelddaden
tegen de burgerbevolking. De vernietiging van de beroemde universiteitsbibliotheek van Leuven leidde wereldwijd tot verontwaardiging.
De
val
van
Antwerpen
in
oktober
veroorzaakte
een
enorme
vluchtelingenstroom:
ongeveer
1,6
miljoen
Belgen
zochten
een
veilig
heenkomen,
waarvan
bijna
een
miljoen
in
Nederland
terechtkwam.
Ook
Belgische,
Britse
en
Duitse
militairen
die
de
grens
overstaken,
werden
volgens
internationaal recht geïnterneerd.
In
Frankrijk
werd
de
Duitse
opmars
tot
stilstand
gebracht
bij
de
Marne,
wat
leidde
tot
de
vorming
van
het
Westelijk
Front.
Dit
front,
dat
zich
uitstrekte
van
Zuidwest-België
tot
de
Frans-Zwitserse
grens,
veranderde
al
snel
in
een
statische
loopgravenoorlog.
Beide
partijen
groeven
zich
diep
in
en
maakten
gebruik
van
prikkeldraad,
mitrailleurs,
artilleriebeschietingen
en
gifgas.
Voor
het
eerst
in
de
geschiedenis
werden
ook
steden
en
fabrieken vanuit de lucht aangevallen, soms met zeppelins.
1915: De eerste grote slagen
In
1915
probeerden
de
Britten
en
Fransen
tevergeefs
een
doorbraak
te
forceren
bij
onder
andere
Neuve-Chapelle,
Loos
en
Ieper.
Deze
offensieven
leidden tot massale verliezen, maar nauwelijks terreinwinst.
Bij
Ieper
werd
voor
het
eerst
gifgas
ingezet,
aanvankelijk
door
de
Duitsers
en
later
ook
door
de
geallieerden.
De
levensomstandigheden
in
de
loopgraven
waren
onmenselijk:
soldaten
leden
onder
ziekten,
rattenplagen,
kou
en
voortdurende
beschietingen.
De
Eerste
Wereldoorlog
stond
daarmee symbool voor een uitzichtloze en gruwelijke manier van oorlogsvoering.
1916: Verdun en de Somme
In
1916
startte
Duitsland
een
grootschalig
offensief
bij
Verdun,
met
als
doel
Frankrijk
op
de
knieën
te
dwingen.
De
slag
duurde
tien
maanden
en
bracht
Frankrijk
aan
de
rand
van
de
afgrond.
Om
de
Duitse
druk
te
verlichten,
lanceerden
de
Britten
en
Fransen
in
juni
een
tegenaanval
bij
de
rivier
de
Somme.
De
eerste
dag
van
deze
slag
was
bijzonder
bloedig:
de
Britten
verloren
op
1
juli
1916
alleen
al
60.000
man.
Uiteindelijk
werden
de
Duitsers teruggedrongen naar hun oorspronkelijke stellingen, maar beide partijen leden enorme verliezen.
1917: Escalatie en oorlogsmoeheid
In
februari
1917
kondigde
Duitsland
een
onbeperkte
duikbotenoorlog
af,
waarbij
ook
neutrale
schepen
zonder
waarschuwing
tot
zinken
werden
gebracht.
Dit
bracht
de
Verenigde
Staten
ertoe
in
april
1917
de
oorlog
te
verklaren
aan
Duitsland.
Pas
in
1918
zouden
Amerikaanse
troepen
op
grote schaal deelnemen aan de strijd.
Ondertussen
woedde
de
oorlog
in
Europa
onverminderd
voort.
Het
Franse
offensief
bij
de
Chemin
des
Dames
mislukte
en
leidde
tot
wijdverbreide
muiterijen
binnen
het
Franse
leger.
Ook
de
Britten
probeerden
opnieuw
een
doorbraak
te
forceren
in
België,
met
zware
gevechten
bij
Passendale
en Cambrai.
In
1917
begon
de
maatschappelijke
onvrede
toe
te
nemen,
mede
door
voedseltekorten
en
economische
ontwrichting.
Lange
wachtrijen
voor
winkels en sociale onrust werden steeds vaker zichtbaar in zowel oorlogvoerende als neutrale landen.
In
Rusland
leidde
de
Oktoberrevolutie
tot
de
machtsovername
door
de
bolsjewieken.
Dit
resulteerde
in
een
wapenstilstand
tussen
Rusland
en
Duitsland,
die
in
maart
1918
werd
bezegeld
met
het
Verdrag
van
Brest-Litovsk.
Duitsland
kon
hierdoor
troepen
overhevelen
naar
het
Westelijk
Front.
1918: De beslissende fase
In
het
voorjaar
van
1918
lanceerde
Duitsland
een
grootschalig
offensief
om
de
oorlog
te
winnen
voordat
de
Amerikaanse
troepen
volledig
inzetbaar waren. De Duitse aanvallen werden in juli gestopt bij de Marne, wat een keerpunt in de oorlog betekende.
Vanaf
augustus
begonnen
de
geallieerden
met
een
tegenoffensief,
waarbij
de
Duitsers
voor
het
eerst
grote
verliezen
leden.
In
september
vond
de
beslissende doorbraak plaats bij St. Quentin, waarna de Duitse troepen massaal werden teruggedreven.
In
Duitsland
zelf
brak
eind
oktober
1918
grote
onrust
uit.
Matrozen
in
Kiel
kwamen
in
opstand,
en
de
protesten
verspreidden
zich
snel
door
het
land.
De
regering
trad
af
en
op
10
november
vluchtte
keizer
Wilhelm
II
naar
Nederland.
Een
dag
later
deed
ook
de
Oostenrijkse
keizer
Karl
I
afstand
van de troon.
Op
11
november
1918
werd
in
een
treinwagon
bij
Compiègne
een
wapenstilstand
ondertekend
,
waarmee
de
Eerste
Wereldoorlog
feitelijk
ten
einde
kwam.
De
officiële
vrede
volgde
op
28
juni
1919
met
het
Verdrag
van
Versailles
,
dat
de
machtsverhoudingen
in
Europa
ingrijpend
veranderde.
De
oorlog
had
een
enorme
tol
geëist:
miljoenen
doden,
een
verwoeste
infrastructuur
en
politieke
instabiliteit
die
later
zou
bijdragen
aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Gesneuvelden uit de gemeente Hingene
•
CALUWAERTS Richard
(meer info)
•
COOMANS Petrus
(
meer info
)
•
DE BAERDEMAECKER Louis
(
meer info
)
•
DE BLOCK Eduard
(
meer info
)
•
DE BLOCK Willem
(
meer info
)
•
DE JONGHE Egied
(
meer info
)
•
DE LAET Frans
(
meer info
)
•
DE WIT Victor
(
meer info
)
•
D’URSEL Wolfgang
(
meer info
)
•
HOUDENAERT Hippoliet
(
meer info
)
•
KEGELS Victor
(
meer info
)
•
MARNEF Constant
(
meer info
)
•
MUYSHONDT Henri
(
meer info
)
•
ROUSSEAU Jan Frans
(
meer info
)
•
ROTTIERS Frans
(
meer info
)
•
SCHEPPERS Alexander
(
meer info
)
•
SEGERS Louis
(
meer info
)
•
SPIESSENS Jozef
(
meer info
)
•
SUYKENS Karel
(
meer info
)
•
VAN BREEDAM Medard
(
meer info
)
•
VAN BRUYSEL Edmond
(
meer info
)
•
VAN BRUYSSEL Frans
(
meer info
)
•
VAN HAELEN Frans
(
meer info
)
•
VAN HERBRUGGEN Jozef
(
meer info
)
•
VERELST Louis
(
meer info
)
•
VLEMINCKX Edmond
(
meer info
)
Burgerslachtoffers uit de gemeente Hingene
VERSCHOOREN Emiel
(
meer info
)
Bron(nen):
Verschillende krantenartikelen (zie bronvermelding na elk artikel)